1. Algemene staat & veiligheid

• Controle van bereikbaarheid en veilige werkplekken.

• Inspectie op losliggende voorwerpen, beschadigingen of eerdere noodreparaties.

• Globale beoordeling van de veroudering van de dakbedekking.

2. Dakbedekking (bitumen, EPDM, PVC, TPO)

• Scheuren, krimpscheuren, blazen, plooien of loslatende naden.

• Verkleuring en uitdroging van bitumenlagen.

• Controle van lasnaden bij kunststof dakbedekkingen.

• Eventuele perforaties door takken, gereedschap of grind.

• Dikte en hechting van de dakbedekking rondom de randen.

3. Dakranden, opstanden & aansluitingen

• Losse of slecht uitgevoerde kimfixaties.

• Hechting en hoogte van opstanden (minimaal 15 cm boven het waterniveau).

• Controle van dakrandprofielen op corrosie, lekkagepunten en bevestigingen.

• Correcte afdichting rond lichtkoepels, schoorstenen en dakdoorvoeren.

4. Waterafvoer & afschot

• Controleren of er voldoende afschot aanwezig is (plaspvorming = risicopunt).

• Inspectie van hemelwaterafvoeren op verstopping, scheuren of slechte aansluitingen.

• Schoonmaken van blad vangers en afvoeren indien nodig.

• Controle van noodoverstorten en eventuele terugslag.

5. Mechanische bevestiging & ballast

• Controle van mechanische bevestigingen van de dakbanen (schroeven/drukverdelers).

• Controle van grindballast: verdeling, vervuiling en voldoende hoeveelheid.

• Inspectie van tegels op looppaden (scheuren, verzakking, losse posities).

6. Onderliggende constructie

• Signaleren van doorbuigingen, verzakkingen of waterzakken die constructief niet horen.

• Eventuele soft spots (natte isolatie) detecteren door druk en inspectie.

• Inspectie van trek- en duwspanningen op hoeken en randen.

7. Isolatie & dampremmende laag

• Controle op isolatievochtschade (warm/koud verschil, zachte plekken).

• Controle van penetraties door de dampremmer.

• Mogelijke compressie van isolatiemateriaal.

8. Installaties op het dak

• Inspectie van HVAC-installaties, zonnepanelen, airco-units en de bevestiging daarvan.

• Controle van kabels en leidingen: geen wrijving of scherpe randen op dakbedekking.

• Voldoende bescherming van de dakbedekking onder installaties (tegels, rubbermatten).

9. Omgevingsfactoren

• Lekkagerisico bij omliggende bomen, ophopend blad, mos en algvorming.

• Controle van bliksembeveiliging en aarding.

• Invloed van naburige gebouwen (schaduw, waterafvoer van buren, windbelasting).

10. Documentatie & rapportage

• Foto’s van alle aandachtspunten en kritieke zones.

• Beschrijving van directe risico’s, aanbevelingen en urgentie per onderdeel.

• Eventueel advies voor onderhoudsplan (jaarlijks / halfjaarlijks).

• Registratie van voorgaande reparaties en inspecties voor trendanalyse.